Grond

Ik zag het met lede ogen aan. Met geweld knalde bij de buurman een dikke loader over het perceel om het vlak te zetten. Toen dat klaar was, kwam er een andere zware machine om het in te zaaien en dat was het dan. Dat moet dan gazon worden. Ja ja. De buren zeiden al dat achterop het perceel de grond ‘veerde’. Ja, dat geloof ik wel, door het heen en weer scheuren is de grond helemaal vastgereden. Ondertussen was ik al dagenlang omzichtig bezig met spitten en vlakzetten van de tuin, met een kleine lichte machine. En voordat ik ga inzaaien krijgt de grond rust om weer ‘op adem’ te komen en wordt het eerst met groenbemester ingezaaid. Allemaal voorbereiding om in de late zomer het gras te gaan zaaien. Bij de buren waren ze zo klaar. Bij mij duurt het wat langer. Toch denk ik dat buurmans gras niet groener zal zijn. Als het al groen wordt… 

Het lekkerste eten komt van de volle grond. Mensen die een moestuin hebben weten dat. Zij zijn heel zuinig op hun grond, want daar zijn ze van afhankelijk. Zij zitten er geregeld met hun handen in, zodat ze voelen hoe de stand is. Grond moet vruchtbaar zijn, vocht vasthouden en luchtig zijn met een hoog humusgehalte. Er moet rijk leven inzitten, van wormen en bacteriën. Maar dat krijg je niet zomaar. Dat is het resultaat van jarenlang hard werken. Jaar na jaar bewerken, nemen en geven. Niet alleen maar mest, maar ook plantenresten bijvoorbeeld. Met lichte machines of met de hand. Met gevoel voor seizoenen, zon en maan, regen en droogte. En vooral met veel respect.

Grond is er namelijk niet alleen voor de oogst van nu, maar ook die van over 5 jaar, 10 jaar of van de volgende generatie. Met natuurlijke bemesting kun je langzaam het humus getal verhogen. Onze voorouders hebben daar vele eeuwen over gedaan. Maar roofbouw, monocultuur, verkeerde bemesting en -bewerking kan een negatief effect hebben op de grond, inclusief de ondergrondse biodiversiteit, waardoor deze er alleen maar armer op wordt. Grond zonder humus is alleen nog maar zand.  Er zal dus structureel anders moeten worden gewerkt. Maar we zijn niet de enigen met dit probleem.

De reden dat het in Noord-Afrika zo zanderig en kaal is, heeft natuurlijk te maken met gebrek aan regen. Maar dat het kale zanderige gebied almaar groter wordt, is daar toch niet aan te wijten. De boosdoener is namelijk de geit. Een geit is in staat om in barre gebieden te overleven en betekenen melk en vlees voor de eigenaar. Onverzadigbaar eet een ontelbaar aantal geiten zich een bestaan door de woestijnranden en laat geen takje of blaadje onberoerd. Daardoor wordt de omgeving almaar barrer.

De zoute Dode Zeevallei in Jordanië was zo’n voorbeeld van te weinig water, slechte bodemgesteldheid en overbegrazing. Toch is het tij daar gekeerd. Het gebied werd afgesloten, er werd een vruchtbare bovenlaag aangebracht, beplanting gezet die elke regendruppel opving én een verbod op grazend vee.

 

Aanjager van dit project is Geoff Lawton. Hij heeft een zgn. permacultuur-systeem ontwikkeld, dat uitgaat van natuurlijke ecologie. Daarmee biedt hij een oplossing voor problemen van voedsel en waterschaarste. Natuurlijk ontmoette hij scepsis en tegenwerking. Maar toen na de opstart van het project in de Dode-Zeevallei binnen 4 maanden de eerste vijgen konden worden geplukt, werd dat anders. Intussen heeft hij op vele plekken in de wereld laten zien dat vergroening goed mogelijk is in droge, arme gebieden. Hij werkt intensief samen met de lokale bevolking en ondertussen leidt hij wereldwijd studenten op om zijn ideologie te verbreiden. Hij leert hen dat een andere denkwijze en de investering die het vergt in materialen en arbeid zich op korte en lange termijn dubbel en dwars terugbetaalt.

 

Ik denk dat het geen gek idee is om hem een keer in Nederland uit te nodigen om ons opnieuw te leren hoe we met onze prachtige gronden om moeten gaan en te behouden voor ons nageslacht.

Van Lawton is overigens de uitspraak: “Je kunt alle problemen van de wereld oplossen in de tuin’. Daar doe ik graag aan mee. U ook?